Aurora stond voor de ingang, en wilde naar binnen gaan, maar wachtte totdat ze had gezien wie er was. Wel had ze er alle vertrouwen in dat het een goed persoon was, die haar geen kwaad zou doen. Sowieso was het Oosten het goede gebied, maar de White Temple stond zo'n beetje symbool voor het goede. Aurora vond het een fijne plek. Het was er altijd rustig, en het gaf je een veilig gevoel.
Toen schrok ze opuit haar gedachten, een klein elfje kwam aangevlogen. Ze had dus gelijk, er was iemand. Het elfje was zo te zien erg jong, niet ouder dN een jaar of negen. "Jij ziet er raar uit! Wat ben jij?" het meisje giechelde. Ook aan haar stem kon je merken dat ze nog erg jong was. Aurora glimlachte. "ik ben Aurora, een waternimf. Jij bent vast en zeker een elfje!" Aurora keek haar aan. Waar zouden haar ouders zijn? Over het algemeen vlogen kleine elfjes niet zomaar alleen rond wanneer de avond viel. Het begonnonderhand al een beetje te schemeren. "waar zijn je ouders? En wat is je naam?" vroeg Aurora. Ondertussen liep ze naar binnen. Haar voeten konden niet meer, ze ging zitten op een enorme sofa in de hal. Ze ging ervan uit dat het elfje haar wel volgde. Toen ze eindelijk zat voelde ze een enorme opluchting. Ze legde haar voeten op de sofa en relaxte. Dat had ze wel verdiend. Haar rugzak zette ze naast de sofa,en ze wachtte op antwoord van het elfje.